Vriendschap is een prachtig onderwerp voor een film. Zo voor de hand liggend ook, maar toch maar zelden gebruikt. Fwends toont vriendinnen van vroeger die wel nog die vertrouwdheid voelen, maar tegelijkertijd niet weten wat hun vriendschap nu nog precies is. Hartveroverende, want heel erg echt voelende, want totaal geïmproviseerde GenZ-levens, wandelend door Melbourne.
Vwienden! Die spelling, alsof een klein kind het uitspreekt, maakt het woord – en dus de titel – vanzelf schattig. Aandoenlijk, ontwapenend. Wat niet alleen past bij de twee hoofdpersonen, maar ook bij de film als geheel. Dit is een film om vrienden mee te worden.
Eerst die hoofdpersonen: twee Australische vriendinnen die elkaar al een tijd niet meer gezien hebben en allebei een beetje de weg kwijt zijn, lopen een weekend door Melbourne. Daar woont lanterfanter Jessie en die laat de stad zien aan advocaat Em, die uit Sydney komt.
Dit is wat debuterend regisseur Sophie Somerville over de titel zei tegen het Australische Irresistible Magazine: “[De titel] is een beetje meisjesachtig en niet helemaal serieus. Toch is het een film die door mensen ‘arthouse’ wordt genoemd. Ik vind het leuk om die twee dingen samen te brengen. Om die softheid te omarmen en te laten zien hoeveel gewicht het heeft. Zoals wanneer je een oude vriendin tegenkomt en je allebei meteen weer zestien bent. Die ruimte voor regressie en nostalgie – dat zit in de titel.”
Jessie en Em kennen elkaar duidelijk van toen ze een stuk jonger waren en die ‘regressie en nostalgie’ voel je direct als ze elkaar voor het eerst weer glunderend begroeten. Vwienden. Maar ondertussen zijn ze natuurlijk wel degelijk ouder geworden en de film beweegt subtiel heen en weer tussen die vanzelfsprekende en speelse vertrouwdheid en het moeizamer, voorzichtige delen van hun tegenwoordige problemen. Relaties, werk; depressie, MeToo. Problemen die voor veel te veel mensen – en vooral jonge vrouwen – herkenbaar zijn.
Dit is waarschijnlijk een goed moment om te vermelden dat ik geen jonge vrouw ben, maar een oude man. Zo oud, dat mijn generatie niet eens een naam had toen ik opgroeide – pas later werd het de Generatie Nix. Wat ook niet echt veel is.
Zonder twijfel zal een generatie- en gendergenoot Fwends anders ervaren dan ik. Ik denk bij die titel ook niet aan GenZ-internettaal – wat het is – maar aan good old Elmer Fudd en zijn “wascally wabbit”. En minder aan Girls (een inspiratie voor Somerville) dan aan de Before-stadswandelingen van Richard Linklater (overigens ook een inspiratiebron voor Somerville).
En toch ben ik vrienden geworden met de film. Ik denk vanwege de bekende regel dat om universeel te zijn, je juist specifiek moet zijn – de film zou vriendschap niet zo sterk voelbaar kunnen maken, inclusief de ups en downs, als deze twee jonge vrouwen niet zo specifiek, individueel echt zouden zijn geweest. Want dat is de belangrijkste reden waarom ik de film in m’n hart gesloten heb: het voelt allemaal zo echt – hoe ze het allemaal ook niet weten maar wel samen willen zijn.
De twee acteurs die Jessie en Em spelen, Melissa Gan en Emmanuelle Mattana, staan niet voor niets ook als coscenarist op de aftiteling: de hele film is geïmproviseerd op basis van slechts een ruwe verhaalschets. Die bovendien het raam uit kon, toen een van de acteurs in een lange scène onverwachts een conflict improviseerde. Die scène was zo goed, dat ze hem per se wilden houden. En dus was dat de afslag die het verhaal vervolgens moest nemen.
Überhaupt gebruikt Somerville veel lange takes – minutenlang vaak – wat het gevoel ‘mee te leven’ met Jessie en Em nog versterkt. En ondertussen komen we in de loop van de film steeds dichterbij. Van guerrilla-stijl totaalopnames buiten (maar niet schokkerig, juist fijn rustig geschoten) tot aan intieme close scènes binnen, komen we Jessie en Em letterlijk en figuurlijk steeds nader.
Het budget was minimaal en dus moesten de filmmakers het doen met wat voorhanden was. Somerville wist van dit nadeel een voordeel te maken, zei ze tegen Irresistible Mag: “We probeerden beperkingen te zien als mogelijkheden. Niet: ‘Wat kunnen we ons veroorloven?’, maar: ‘Wat biedt de wereld ons hoe dan ook al aan?’ Met die andere houding voelde alles veel overvloediger.” Heel slim was ook om rond Kerst te filmen, zodat er overal lichtjes hingen: gratis production value. En bovendien: ook deze ontvankelijkheid hielp om alles zo echt mogelijk te laten voelen. Echte vrienden, die echte gesprekken hebben, in een echte stad.
KEES Driessen

LINKS
- https://www.instagram.com/p/DGXn_9MuuF3, Fwends op de Berlinale, waar hij z’n wereldpremière beleefde, kreeg Fwends de Caligari Award voor een “stilistisch en thematisch innovatieve film”. Daar zal die drugsscène waarschijnlijk ook wel bij geholpen hebben.
- https://www.youtube.com/watch?v=OaXTYxTODq0, Op die Berlinale gaf Somerville dit leuke korte interview aan The Upcoming: “Ik wilde gewoon twee van de echtste mensen laten zien die ik kon, van mijn generatie, die iets heel erg echts beleven.”
- https://www.abc.net.au/news/2025-06-04/fwends-sophie-somerville-sydney-film-festival/105366812, Maar noem de film alsjeblieft geen mumblecore, vraagt Somerville. “Dat suggereert namelijk dat het een low-key soort film is and dat is het voor mij helemaal niet. Deze film is iets heel groots voor de personages die het meemaken.”
- https://www.youtube.com/watch?v=9hiNC7uKY1Y, Geen idee wat mumblecore is? Deze video zet de kenmerken op een rijtje aan de hand van een paar titels, waaronder: Baghead (2008) van de Duplass-broers. En raad eens van wie Pluk dit jaar ook een film vertoont? Precies!