Nadat een man die gerechtsdeurwaarder Orsolya op straat moet zetten zelfmoord pleegt, zoekt zij in allerlei gesprekken een uitlaatklep voor haar schuldgevoel onder haar arm door Cluj, in Radu Jude’s nieuwste messcherpe filering van het absurdisme van onze wereld.
“Ik zie geen reden u te arresteren, hoe groot uw behoefte aan zelfkastijding ook is”, krijgt Orsolya van een rechercheur te horen na ‘het incident’. En dus zoekt ze vervolgens bij allerlei andere mensen om haar heen uitlaatkleppen om haar schuldgevoel weg te nemen, of misschien juist te bevestigen.
De reden voor haar schuldgevoel zien we eerder al, in de tweede scène van Radu Jude’s Kontinental ’25. Orsolya is in haar functie als gerechtsdeurwaarder verantwoordelijk voor de uithuiszetting van een aan gokverslaafde alcoholist. De vervallen kelderwoning waar hij uit moet was voor hem het laatste strohalmpje dat hem van een bestaan als dakloze behoedde – in de openingsscène van de film zien we hem vloekend en tierend door de stad scharrelen op zoek naar statiegeldflessen. Terwijl Orsolya en haar politieagenten buiten wachten tot de kerel zijn spullen heeft gepakt, pleegt hij binnen zelfmoord. Ziedaar haar schuldgevoel – ook al blijft iedereen met wie ze erover spreekt herhalen dat haar “juridisch niets te verwijten valt”.
Juridisch misschien niet, maar moreel dan? Of hebben we het daar inmiddels gewoon niet meer over? Zijn we allemaal zo stevig in de greep van een systeem dat ons allemaal medeplichtig maakt aan uitbuiting en erger dat we die vraag liever terzijde schuiven?
Laat het maar aan de Roemeense filmmaker Radu Jude over om ons daarmee te confronteren. Tien jaar geleden draaide op Pluk al zijn Aferim! en in het tussenliggende decennium werd hij dankzij films als Bad Luck Banging or Loony Porn (Gouden Beer in 2021) en Do Not Expect Too Much from the End of the World een van de beeldbepalende regisseurs van onze tijd.
Messcherp fileert hij in zijn werk een hyperkapitalistische realiteit die inmiddels zo absurd is dat satire er bijna niet meer tegenop kan. Maar Jude slaagt erin ons te laten lachen om hoe absurd het allemaal is, hoe absurd wij zelf zijn, en ons zo aan het denken te zetten.
In dit geval via een scherp oog voor de openbare ruimte, en hoe die wordt opgeslokt door nikszeggende nieuwbouw met steeds meer privéterrein. Waarbij niet onbelangrijk is dat de film zich afspeelt in Cluj, de hoofdstad van Transsylvanië, een gebied dat door Roemenië werd ingepikt van Hongarije. (Jude kwam overigens in Cluj terecht omdat hij werkt aan een film over Dracula).
Jude filmde Kontinental ’25 op iPhones en doet niet al te veel moeite dat te verhullen – in sommige scènes zie je de autofocus even verspringen naar het verkeerde scherptepunt. Actualiteit was duidelijk belangrijker dan esthetiek; vandaar ook dat jaartal in de titel. “Vastgoedontwinkelaars zijn de baas in Roemenië”, zegt Orsolya op een gegeven moment. “Boeven zijn het. En ik moet ze verdedigen.” Zo zit iedereen in de film – iedereen in Roemenië, iedereen op het Europees continent – gevangen in een systeem van uitbuiting waar ze het misschien niet mee eens zijn, maar waar ze (we!) toch aan mee blijven werken.
Joost Broeren-Huitenga
